Onderzoek in de waaier: van theorie tot praktijk

Meer en betere verbindingen tussen mbo, hbo en wo en een onderzoekende houding in alle vormen van onderwijs, dat is de inzet van minister Dijkgraaf. Een waaier en geen ladder, zoals hij het zelf zegt. Drie bruggenbouwers laten zien waarom dat goed is, maar ook dat we er nog lang niet zijn.

Studierichting Scheepvaart en Visserij

Meer en betere verbindingen tussen mbo, hbo en wo en een onderzoekende houding in alle vormen van onderwijs, dat is de inzet van minister Dijkgraaf. Een waaier en geen ladder, zoals hij het zelf zegt. Drie bruggenbouwers laten zien waarom dat goed is, maar ook dat we er nog lang niet zijn.

Bron: https://www.nwo.nl/onderzoek-in-de-waaier-van-theorie-tot-praktijk 
Tekst: Marieke Buijs, beeld: Lynne Brouwer

WO x MBO

Geert Hoekstra is naast universitair onderzoeker in Wageningen ook practor op het mbo in Urk. Het kost moeite om deze twee werelden met elkaar te verbinden, ‘maar daarin schuilt juist ook de waarde van de exercitie.’

Tot drie jaar geleden wist Hoekstra niet wat een ‘practor’ precies was. Wel merkte hij als universitair visserij onderzoeker dat de afstand tot het werkveld groot kon zijn. ‘Onbekend maakt onbemind. Collega wetenschappers willen graag mee de zee op om bijvoorbeeld visstanden te onderzoeken, maar het is een uitdaging om vissers te vinden die daar de meerwaarde van inzien.’ Als practor houdt Hoekstra het wetenschappelijk onderzoek in de gaten en borgt hij gloednieuwe inzichten in het mbo-curriculum. ‘Er staat zo veel te gebeuren op de Noordzee, we kunnen niet op de oude voet verder. Ik probeer studenten mee te nemen in die ontwikkelingen en de vaardigheden die de 21e eeuw van hen vraagt.’ Hij noemt bijvoorbeeld de komst van grote windmolenparken op de Noordzee. Welke vissen floreren in die parken? En hoe kun je daar vissen zonder de stroomkabels te beschadigen? ‘Voor de huidige bodemberoerende visserij zal steeds minder ruimte zijn. Maar wat kan wél? Ook als die vraag nog niet is beantwoord, probeer ik studenten deelgenoot te maken van de voorlopige bevindingen en het onderzoeksproces.’

Gemakkelijk is de ontmoeting tussen mbo en universiteit niet, ervaart Hoekstra. ‘Onze studenten leven in een eigen wereld, ze horen dagelijks de verhalen uit de vissersgemeenschappen waarin ze wonen. Onderzoeksthema’s als ecologie of dierenwelzijn staan ver van hen af. Vissers nemen het wetenschappers niet in dank af als visgronden gesloten worden op basis van hun visstand-onderzoek.’ Andersom kan het voor wetenschappers moeilijk zijn zich te verplaatsen in de leefwereld van vissers. Zelf voer Hoekstra een week mee op zee. ‘Dat was een eyeopener. Als wetenschapper maak je plannen voor projecten die jaren lopen, vissers moeten van moment tot moment keuzes maken. Links- of rechtsaf? Dat bepaalt de vangst. Hoe wezenlijk die druk is, voel je pas als je aan boord bent.’

Hoekstra hoopt dat zijn brugfunctie ertoe leidt dat de vissers van morgen vaker bereid zijn mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek. Op die manier kunnen ook andere wetenschappers het vissersleven beter begrijpen en hun onderzoek afstemmen op de beroepspraktijk. ‘Daar leeft nu bijvoorbeeld de vraag wat de overlevingskansen zijn van verschillende soorten ondermaatse vis nadat ze gevangen zijn. De vraag is voor vissers relevant omdat alle bijvangst van hun quotum afgaat. Tegelijkertijd is het thema wetenschappelijk interessant, omdat het aanknopingspunten biedt voor verduurzaming.’

Lees meer